WAT ZOU MARCEL BROODTHAERS DOEN?






“Wat zou Marcel Broodthaers doen?” Deze uitspraak van de Vlaamse kunstenaar D.D. Trans is het uitgangspunt van een prikkelende groepstentoonstelling met actuele kunst uit Nederland en Vlaanderen. Verbindende factor is de connectie met het ironische en vaak vrolijk schurende oeuvre van deze eigenzinnige wegbereider. 

De Belgische Marcel Broodthaers (1924-1976) is een van de meest toonaangevende kunstenaars van de twintigste eeuw. Als geen ander wist hij alledaagse voorwerpen uit hun gebruikelijke context te halen en te voorzien van een geheel nieuwe betekenis. Zijn werk is kritisch, poëtisch, gelaagd en vol humor.

Ook nu, een halve eeuw na zijn dood, is zijn werk van invloed op de keuzes die kunstenaars in Nederland en Vlaanderen maken. Zo toetst D.D. Trans zijn werk aan de vraag wat Marcel Broodthaers ervan zou vinden, maar werken ook jongere makers, onder wie Willem de Haan en Idris Sevenans, (bewust of onbewust) in de traditie van Broodthaers. Het werk van Broodthaers is in deze tentoonstelling zowel startpunt als aanjager voor een verkenning van de onderlinge samenhang tussen Nederlandse en Vlaamse kunstenaars van verschillende generaties. Het resultaat: een klassiek Broodthaers-achtige omgeving, vol associatieve combinaties en met klinkende beeldrijm.

Marcel Broodthaers (1924-1976) wordt - zeker in België - gezien als één van de belangrijkste kunstenaars van zijn tijd. Broodthaers begint zijn carrière als dichter, maar ontwikkelt zich tot een creatief multitalent, die de kunstwereld opschudt en een nieuwe draai geeft. 
Kenmerkend in zijn werk is de ironische knipoog, maar soms ook onverhulde provocatie. Zo moet Broodthaers niet veel hebben van klassieke musea. Dat kan toch echt beter, o.a. met een alternatieve entreeruimte. Dit werk (L’Entrée de l’exposition) opent de tentoonstelling in Oss. Iconisch is zijn Mosselpan: symbool voor de nutteloosheid van kunstobjecten, maar nu een stevig gekoesterd (en helaas niet te lenen) topstuk in onder andere S.M.A.K. in Gent. 



Toch zijn het niet alleen zijn gekke ideeën die indruk maken. Het is juist de unieke en poëtische combinatie van taal, materiaal en een verrassend concept. Zijn speelse kijk op kunst en de kunstwereld inspireert kunstenaars van over de hele wereld om buiten de lijntjes te kleuren en de grenzen van creativiteit te verleggen. Deze tentoonstelling is een prachtig voorbeeld en geeft dit bijzondere gedachtengoed een vrolijk en eigentijds vervolg.  

Met werk van: Marinus Boezem, Stijn ter Braak, Marcel Broodthaers, Pieter Engels, Willem de Haan, Lennart Lahuis, Chant van Lieshout, Hester Oerlemans, Idris Sevenans en D.D. Trans.

Waarom in Oss?
Ook Museum Jan Cunen wortelt stevig in zijn geschiedenis. In Villa Curiossa toont het zijn inspiratie en voorbeelden, die een grote rol spelen in de brede programmering. Het museum ademt de stadsliefde van zijn naamgever en is opvallend innovatief in zijn aanpak en projecten. In 2023 werd deze koers bekroond met de prestigieuze VriendenLoterij Museumprijs. 

Daarnaast is het museum er voor iedereen. Voor de kunstkenner, op zoek naar gelaagdheid en inspiratie, maar ook voor ‘instappers’ van alle leeftijden. Zij ontdekken hoe kunst kan verrassen en dat er in de Villa ook gelachen mag worden. In het depot hangen Pieter Engels en Marinus Boezem dan ook gebroederlijk naast Isaac Israëls en Hendrik Willem Mesdag. In deze zomertentoonstelling (ook een Osse klassieker) staan deze twee uitgangspunten opnieuw in de spotlights. Met een schalkse knipoog naar stedelijk themajaar ‘Osse schouders’, maar vooral als pleidooi voor de kracht van verwondering en anders (durven) kijken.